woensdag 28 maart 2012

Je pédale donc je suis.


Het verfrissende en helende effect van fietsen wordt al te vaak onderschat. Ik ben er bijvoorbeeld trots op een fietser te zijn, trap er tegenwoordig veel en lustig op los. Al geef ik toe dat deze status een kwestie van zelfopgelegde dril en goede gewoonte is. Daarbij is het bovendien handig geen auto in de buurt te hebben om toe te geven aan de drang naar overdekt comfort. En dat vooral wanneer het sneeuwt, het heel hard regent, of in het ergste geval: ijzelt (met bollen van zo'n formaat, dat je je perfect kunt inleven in de rol van Pakistaans gestenigde). Zelfs zon en wind kunnen snode spelbrekers zijn van gewinde fietstochten. Lastige tranen, plotse verblinding, botsingen, en dat allemaal in perfect omkeerbare volgorde. Maar dan wordt het lente, vertrekt mens en dier al fluitend naar zijn 9 to 5 - bezigheden en kan geen lentebuitje of lekke band u nog tegenhouden dat stalen ros van stal te halen. In gepaste outfit, dat spreekt. En daar had ik het graag even met u over gehad.




Met mijn jarenlange ervaring als damesfietsberijder - stadsmodel, geen versnellingen, torpedotrapper en bagagerek - geef ik u graag enkele tips mee voor u zich zonder nadenken in dat nieuwe avontuur stort. Zo dient u bijvoorbeeld rekening te houden met al te strakke outfits. Die zijn in de meeste gevallen not done. Noch potloodrok, noch bloedvatvernauwende jeans is gemaakt voor het enthousiaste beroeren der pedalen. Tenzij u met talrijke scheuren aan kruis of zoom op uw bestemming wenst te arriveren. Spannende rokjes kruipen door uw veelvuldige getrap bovendien stelselmatig opwaarts. Nogmaals: not done. Tenzij u hoopt op fluitconcerten van de bouwvakker in uw buurt, of u uw billen zomerklaar genoeg vindt voor de buitenwereld. Ga daarentegen voor losse materialen en fits. Alles wat ook maar een beetje vrolijk fladdert in de wind is geschikt - van flodderige maxirok tot flappende chino. Behalve het geluid en het comfort is ook dat zacht strelende briesje langs de de onderbenen een aanrader. Hetzelfde met bovenkledij. Ga voor losse laagjes: hoe meer, hoe beter. Want van fietsen krijg je het warm, hetgeen maar al te vaak resulteert in lokale zweetuitbarstingen. Om vochtplekken ter hoogte van rug, oksels of achterwerk te vermijden: zorg voor een fiets- of schoudertas die de striptease onderweg weet op te vangen. Ook luchtdoorlatend ondergoed is in dit geval een must. En dat hoeft zelfs niet eens thermisch te zijn (zie foto). Verder: een geurtje, altijd goed. Om je afgefietste pad te markeren, achterblijvers te bedwelmen of die opkomende zweetgeur voor te zijn. Om wind, zon of binnenvliegend ongedierte uit de kijkers te bannen is er de zonnebril. Veilig en hip tegelijk. Reken daarnaast niet op het slecht afgestelde uurwerk van het plaatselijke tankstation of de krakkemikkige tijdsaanwijzer van de apotheker, maar ga voor een oerdegelijk horloge. Dan weet u bij een simpele blik op de pols meteen of u een versnelling hoger dient te schakelen, of gewoon rustig verder kunt peddelen naar de plaats van délict. Maar bovenal en los van deze stijltips: geniet. Van de omgeving, de beweging, het almachtige gevoel dat fietsen u geeft. Dat vrolijke, fitte mens dat u binnen enkele weken in de spiegel zult zien, bent u.

zondag 25 maart 2012

Ode to a pajama shirt.




Nooit een groot liefhebber van pyjama's geweest. Ze doen mij misschien te veel denken aan striktheid en orde, aan de zaterdagavonden van vroeger: in bad met prikkende zeep, vlekkerig rode huid na het afdrogen, die ingesnoerde peignoir en karig afgemeten hoeveelheden chips bij migrainebespoedigende tv-programma's als F.C. De Kampioenen. Een verplicht avondje speciaal doen voor 6+. Mensen die mij goed kennen weten dat mijn nachten weinig om het lijf hebben (soms figuurlijk, altijd letterlijk). Een pyjama is wat ik aantrek op zondagochtenden, om geheel in het thema (en zedig) te ontbijten met de rest van het huis. Niet mijn uniform van de nacht. Maar laat de mode nu net beslist hebben om de pyjama ook overdag hip te bevinden. De straat is je slaapkamer, als het van Hermès, Stella McCartney en Louis Vuitton afhangt. Ja ook Marni had voor H&M een slaapensemble bedacht. Voor dagelijks gebruik, welteverstaan. En dan vraag ik mij af of de slaafse volgelingen van het modeboekje 's avonds gewoon zo in hun bed kruipen. Hoe het ook zij, ik ben voor de bijl gegaan. Bij Le Bon Marché hing namelijk een prachtig lichtblauw gestreept hemd. Niet te gecentreerd, een tikje slobberig, met zo'n netjes uitgesneden kraag en witte lijntjes op de juiste plek. Net wat ik zocht. Dat het in werkelijkheid nachtkledij was, nam ik er graag bij. Dat dat toevallig hip is, ook. Die bijbehorende katoenen broek heb ik wijselijk laten liggen. Het kan niet alle dagen pyjamafeest zijn.

dinsdag 20 maart 2012

Sur l'écriture. Et Paris.

Column voor Write Now!
Afgelopen weekend toefde ik in Parijs, alwaar ik als een moderne Baudelaire op hakjes door de straten flaneerde. Rue in, Boulevard uit, zomaar wat ronddwalend, mezelf overleverend aan de impulsen van de massa en mijn bedenkingen daaromtrent. Op zoek naar niets bijzonders, met mezelf als vertrekpunt en filter. Het was een subtiel onderzoek naar het schrijven, onder het mom van een plezierreisje. Met notitieschrift ter hand en verkleed als Parisienne – donker uniform (makkie), glanzend haar (spray) en lèvres rouges die hun meest rollende ‘vers la-bàs’ lipten tegen toeristen die in de val trapten en me de weg naar de triomferende Arc vroegen – onderwierp ik mezelf aan een verplicht nummertje schrijven. Ik keek en ik krabbelde. Liet mijn pen de vrije loop. Die mijmerde pagina’s lang over de magie van het Franse land. Over ouder worden. Over de verwondering, kapotte voeten en het zijn. Over dood zijn, slapen, leven. Ik dacht daarbij herhaaldelijk aan het boek dat ik laatst las, en aan het boek in de zak om mijn schouder. Eerstgenoemde was ‘Schootgebed’ van de Duitse Charlotte Roche: een erbarmelijk vertaald epistel met zwakke verhaallijn, dat me desondanks had geraakt, daar ik mezelf op talrijke vlakken met het hoofdpersonage kon vereenzelvigen. Het tweede was ‘Henry en June’ van de Franse Anaïs Nin: haar meanderende dagboek over ondefinieerbare liefde. Terwijl Elizabeth (die van Roche) uitmuntte in schunnige hersenspinsels die ik wel eens pleeg te denken (of doen), hield Anaïs Nin het naar huidige normen voorzichtig. En bleef ze, afgezien van de erotische toets, braver dan de veeleer eigengereide, scheenschoppende Roche. Of moet ik zeggen: Elizabeth? Ach, lak aan auteur, focalisator of verteller! Als een schrijver schrijft, is hij toch diegene met de pen in de hand? Is hij het dan niet die fulmineert, schoffeert, redeneert? Is hij dan geen schepper van eigen taal? Plots daagde me, ergens tussen Champs – Elysées en Eiffeltoren: schrijven is een machtig zoeken. Naar zichzelf en naar waarheden. Naar een artistieke dekmantel om roekeloos en onverbloemd te zijn, Ezels- of andere processen ten spijt. Naar de balans tussen het diepste ik en zijn ideale alter ego. De roes van het schrijverschap herbergt dientengevolge vele gevaren. Om zich, zoals Charlotte Roche, te vergalopperen in publiekslokkende vunzigheden. Om zich, zoals Anaïs Nin, te wentelen in lijzige romantiek, als de eerste de beste femme fatale. Van beiden steel ik niettemin enkele wijsheden, schaaf ik zo aan een steeds beter wordende definitie van mezelf. Personages of niet: een schrijver geeft zich bloot, terwijl de lezer zich aankleedt. Wat de lezer denkt, zal een goed schrijver worst wezen. En omgekeerd. ‘Merde. Ik heb dus nog een lange weg te gaan’, schreef ik bedachtzaam, daar in die eindeloze Rue de Rivoli.

Zelf (in)schrijven kan nog tot 1 april.
Alle info via Write Now!

maandag 19 maart 2012

Mon Petit Paris.



















1/ Ah, Paris! 2/ Rose Bakery, alwaar de befaamde carrot cake nog in de oven stak, en ik geen geduld genoeg had om erop te wachten. En maar schrijven! 3/ De oorzaak van huidige ravage in de voetstreek. 4/ Le Musée de la Mort. 5/ Rose Bakery. 6/ Le Bon Marché, alwaar het personeel uw (pijnlijke) voeten kust en de cash bijgevolg vloeit. 7/ French spotting. 8/ In disguise. 9/ Méchant Filemon, die niet van de beendertjes afblijven kon. 10/ Midnight in Paris.