dinsdag 31 juli 2012

Opdrukkunst.


vintage (binnenkort zelfs heritage) olivier strelli / zara /
maarten van der horst x topshop / vintage gap /
 dries van noten / burberry prorsum

Na veel vallen en opstaan heb ik me er ondertussen bij neergelegd door het als een gave te zien die niet voor mij is weggelegd. Ik hou nochtans zo van de mix and match-technieken van Dries Van Noten, kan intens genieten van Christian Wijnants' kunstige ontwerpen. In de praktijk lijkt het echter minder goed te lukken. Ze zijn zo vaak te flets, te voor de hand liggend, te schreeuwerig ook en immer slecht te combineren. De enkelingen die ik bezit gaan vaak in de blender met het al te betrouwbare zwart. Verschillende printjes door elkaar, en bedrukte stoffen in het algemeen: ik kan het niet, het lukt me niet, al zou ik het soms wel eens graag willen. De overweging dat ik ze sneller beu zal zijn dan een neutrale stof, is meestal doorslaggevend in de winkel. Soms verplicht ik mezelf niet te zo te muggenziften, vaak blijkt dat achteraf weer eens de foute zet te zijn geweest. Die opwellingskoopjes sneuvelen als eersten bij de selecties, na lang roerloos in de kast te hebben gehangen. De oudstrijders zijn echter gekoesterde pareltjes die, niet vaker dan nodig, het daglicht mogen zien. Bovenstaande lappen zijn daar een voorbeeld van. Al heb ik ondertussen beslist de Topshopjurk uit handen te geven (zie koopjeshoek). Dat Hawaïaanse bloemenfeest was me net dat ietsje te vrolijk.

donderdag 26 juli 2012

Une Petite Annonce.

Voor het maken van kaartjes en ter inspiratie voor mijn schrijfwerk ben ik op zoek naar zwart-wit foto's van vroeger, van die kleintjes met zo'n kartelrandje. Het liefst van (reizende, feestende, doodnormale) mensen. Ook met vellen wrijfletters en -cijfers kun je me plezieren. Ik stuur een kaartje en een postzegel terug als dank!


Het was ergens begin juli dat ik doelloos in een gedateerde krant bladerde en op van die ouderwetse zoekertjes stootte. Mensen die in kroonkurken sparen, alles over Bichon friséhonden bijeenrapen of naarstig op zoek zijn naar een blinker voor hun Pokémonkaartcollectie. Of zij die wenskaartschrijvers zoeken voor een ziek of jarig familielid. Je kunt het zo gek niet bedenken of het staat er, elke dag opnieuw, ergens achterin dat populaire dagblad. Rijst de vraag natuurlijk: werkt dat nu echt? Ik besloot meteen de proef op de som te nemen en zelf een annonce in te sturen. Aangezien ik lijd aan de verzamelwoede, was het niet zo bijster moeilijk te verzinnen waar ik om zou vragen. Begin deze week kreeg ik ineens verdacht veel post. Dikke brieven en mappen, kaarten ('Dit is een kaartje van mijn dorp.') en een zeldzaam postpakket. En mailtjes, die ook. Van een mevrouw die zich afvroeg of de mensen op de foto's én feestend én reizend én doodnormaal tegelijkertijd moesten zijn (en daaruit opmaakte: 'U bent nog een jonkje zeker, 20 à 30 of jonger? Het geeft niet.'). Van mijnheren die gewoon een beetje wilden praten over vroeger ('Het nonnetje op de foto is mijn moeder. Men wou haar op het internaat waar zij studeerde vermoedelijk inlijven en had haar reeds een kostuum aangepast.') of over zichzelf ('Ik ben 79 jaar en oud-leraar Tuinbouwschool te Mechelen. Nu nog werkzaam in het Groentemuseum te Sint-Katelijne-Waver.'). En wat ik vroeg, dat kreeg ik, tot vandaag zelfs nog met minstens twee enveloppen tegelijk. Ik moet het nog allemaal een beetje rustig bekijken, maar vind die nostalgie per post en het feit dat ik nu al hopen erfgoed bezit ongelooflijk hartverwarmend. Zoekertjes, zo is bij deze bewezen, marcheren dus nog perfect. Al heeft die belofte iedere inzending met een kaart te belonen, misschien wel een extra stimulans gegeven ('Ik dank u alvast want ben dol op een kaartje van iemand.'). En mij een reden te meer om niet te veel te lanterfanten, nu mijn vakantie officieel is ingegaan. Maar over het hoe en het wat ga ik zodadelijk nog eens diep peinzen, vanop mijn luchtmatras in het zwembad.
Zonnige groeten uit het Aards Paradijs! 

dinsdag 17 juli 2012

Parfum, het verhaal van een wijsneus.

Ze zeggen dat een parfum het verlengde van je persoonlijkheid zou moeten zijn. Dat als je de geur na een tijd niet langer ruikt, het de juiste voor je is. En ook dat je je aan één flesje tegelijkertijd zou moeten houden. Niet elke dag een ander, zoals de Franse vrouwen schijnen te doen. Ze zeggen zoveel en ieder heeft zijn mening. Dit is die van mij. 
Een geur is een additiefje, de kers op de taart. Hoezeer de dramatische walmen van vaak stevig opgedirkte vrouwen alle zintuigen ook prikkelen, een parfum zou slechts een genuanceerde hint moeten zijn naar iets meer. Naar datgene waarvoor mensen het hoofd nieuwsgierig draaien, de neus spitsen, de grijze hersenmassa in werking doen zetten om te ontdekken waar de vlaag hen aan denken doet. Dat connoteren is nog het allermooiste. De ideale geur zou een waaier aan emoties en vage herinneringen moeten herbergen. Aan zilte, zoete, lome vakantiedagen met wijn, aftersun en plakkerige zandkorrels. Aan de aftershave, de sigaretten, motorolie en het opgedroogde zweet van grootvader zaliger. Aan dagen van tomeloos geluk. Die zelfverzonnen beelden zijn de langstdurende, de meest dankbare. Niet deze die reclamebonzen hebben bedacht om de massa in vervoering te brengen (de femme fatale, het onschuldige huppelkutje, de succesvolle businessvrouw) en waarop nog te veel mensen zich baseren bij het kiezen van hun flesje. Een parfumwinkel is voor mij vaak een al te verwarrende plek. Veel liever dan daar waar ik scheel ga kijken van de kakafonie aan musken en essentiële oliën kom ik mijn toekomstige aroma per toeval tegen. Op straat, in de nekplooien van een toevallige passant, waar ik de moed bijeenrapen moet de persoon in kwestie aan te spreken. Tijdens het doorbladeren van oude tijdschriften, waar soms nog verloren geraakte vlagen van voorproefjes te vinden zijn. Mijn allereerste geur was hoogstwaarschijnlijk babyzalf, die daarna Oilily (de meisjesfles bij uitstek), uit cadeauverpakking vanonder de dennenboom. In mijn prille tienertijd, toen het andere geslacht nog een ver-van-mijn-bed-show was, kreeg ik een subtiele duw in de rug van Cacharels Amor Amor. En later, toen ik mijn kamer volstouwde met modeboeken en -magazines en zo onrechtstreeks mijn lot bezegelde, besloot ik te gaan dwepen met Cinéma van Yves Saint Laurent (toen de laatste worp van Tom Ford en nogal aanwezig als monstertje in menig maandblad) en dat voor vele jaren en flessen. Onlangs, op de dag dat ik het einde en (hopelijk) het begin van een kwarteeuw bestaan vierde in Parijs, besloot ik dat het tijd werd voor iets anders. Ergens in een fluisterboetiek, waar de kledingstukken op minstens een halve meter van elkaar aan de rekken hingen en zelfs de plankenvloeren chique kraakten, rook het overweldigend naar onschuld en passie in wilde bloemenvelden. Net door de uitgebalanceerde eenvoud leek het me eerder een home fragrance te zijn, en terecht. Maar, zo wist de winkeljuffrouw me te vertellen, er bestond ook eau de parfum van Byredo Blanche. De ontwerper is een ruige Zweed, de geuren zijn rechttoe rechtaan en de flesjes ronduit prachtig. Sinds kort word ik dus continu herinnerd aan die verhelderende tijd in de Franse hoofdstad, wat me elke dag weer blij maakt. Want dat is precies hoe het hoort. Per toeval en in een bepaalde context, op het moment dat je neus gaat opkrullen van plezier en je voelt dat het past, alleen daar is je parfum te vinden. Over het hanteren van diverse geuren ben ik duidelijk: dat kan, zolang het overpeinsd blijft en hoofdpijn vermeden wordt. Gevaporiseerd water kun je overigens (zo leerde de meest recente The Gentlewoman me) op velerlei plaatsen aanbrengen: in de bustenhouder (op een wattenschijfje), in de elleboogputjes, op de enkel, bovenrug, achter de oren en op de polsen. Maar dat alles zonder (!) te wrijven, anders gaan de moleculen stuk en strookt de geur niet meer met het oorspronkelijke ontwerp. 't Is maar dat je het vanaf nu weet, bij het ochtendlijke verstuiven.

woensdag 11 juli 2012

Inventory /\ Prevention.

polyvore
Daar ik morgen de godganse dag uit winkelen ga, vatte ik op deze herdenking van den Vlaemschen triomf in 1302 het lumineuze plan op een aantal lijstjes te maken. Omdat ik sowieso niet graag shop voor/in de zomer (tijdens dat jaargetijde draag ik meestal mijn meest zomerse winterkledij, tenzij het echt niet anders kan) en ik nu al weet dat de lokroep van al die honderdduizenden dingen-die-ik-eigenlijk-niet-nodig-heb me vanuit elk walhalla die de straat rijk is in de war zal brengen of me, in het slechtste geval, volledig uit mijn lood zal slaan. Maar ook omdat de status van mijn zomerkast me, met dank aan het schofferen van hoofdzonde Luiheid (elke dag opnieuw te laat opstaan waardoor ik in mijn ochtendspurt rommelen moet en des avonds geen tijd maken voor de grote herziening), niet heel erg duidelijk was. Daardoor was ik eigenlijk niet goed op de hoogte van wat ik daadwerkelijk nodig heb. Maar dat probleem is bij deze dus van de baan:  

 

Met de riante opbrengst van een alweer geslaagde klerenveiling (dankuwel, liefste kopers!) verkeer ik in de luxepositie een aantal missers te maken. En toch ben ik vast van plan deze strooptocht tot een succesvol einde te brengen. Zelfs al keer ik met beschamend lege handen terug huiswaarts, mijn geld zal enkel rollen voor de wannahaves, en dus niet voor de suddenlyseriouslyconsideringhaves (of uit pure frustratie). Laat ik dan meteen ook maar een aantal zaken oplijsten die ik in eigen achterhoofd vastbeitelen moet als was het cement:
1/ Oversized is so last year. Het wordt hoogdringend tijd me naar eigen gestel te kleden en de redenering achter het 'twee-maten-groter'-principe ('een hele dag mijn buik intrekken is te lastig', cf. Luiheid) te laten vallen. I'm slender, fit and fabulous!
2/ Laat je niet beïnvloeden door medeshoppers. Dat doorzichtige witte t-shirt staat de brunette uit het naburige pashokje misschien wel beeldig, jij hebt enkel zwarte BH's en walgt van witte. Don't! Hetzelfde geldt voor: fluo (fletse huidskleur), colourblok (draag je toch nooit), gouden juwelen (p.i.m.p.), retrocuts, baggy en oversized (zie punt 1/). En vergeet niet: jij gaat enkel voor wat naar kwaliteit geriekt! Dood aan de shoppingpagina's van de Flair!
3/ Foliekes mogen, maar dan enkel en alleen als het innerlijk gaat donderen, bliksemen en ontploffen binnen de minuut vanaf het ogenblik dat de verleider in kwestie in je blikveld verschijnt. Zoniet: hou je bij De Lijst!
4/ Net niet is niet goed genoeg. Polyester mag dan wel goed op zijde lijken, denk aan de beschamende scheur in je Essentielpak op die V.I.P.- show en de bijgevolg niet-elegante, tevergeefse bedekmanoeuvres! Hetzelfde met alle stoffen die enge ziektes doen vermoeden, zoals daar zijn: viscose, acryl en polyurethaan.
5/ Stel jezelf De Vijf Vragen. Heb ik dit echt nodig? Zal ik het (vaak genoeg) dragen? Valt het te combineren met overige bezittingen? Is de verhouding prijs-kwaliteit interessant? En vooral: heb ik de hartenklop (zie punt 3/)?

zwart leren jasje (zonder schouderstukken) / verse niemendallen / zwarte high-rise én ankle-cut jeans in 1 / rood-wit gestreepte top / cut-out zwarte heels / zwartzijden jurk of top / grijze mohair pull / navy wollen pull / byredo parfum / zilveren armband / zwart zijden hemd / zwart leren tas / top met print en knoopjes

   Morgen hoop ik dus van een ware victorietocht thuis te komen. Met de huisbereide gouden tips en bovenstaand boodschappenlijstje bij de hand kan het eigenlijk amper mislukken. Tenzij een verantwoord aanbod met dito prijsjes achterwege blijft. Spannend. Ik doe nu al in mijn (kanten onder)broek.

maandag 2 juli 2012

Strapped.

dries van noten ss 2012 (via petrole)
 mychameleon spaghetti strap top (via trois douze)
 tommy ton (via style.com)
Nooit heb ik helemaal begrepen waarom het voor jonge deernen als ik ten strengste verboden was spaghettibandjes te dragen in de middelbare school. Misschien had madame de directrice een der bovenstaande niemendallen voor ogen bij het opstellen van het schoolreglement. Ofwel dateerde die overdreven tuchtmaatregel nog uit de nineties, waar door veters opgehouden kledij schering en inslag waren. Hoe het ook zij: ik had destijds geen last van strafstudie of schorsing dankzij enig tegendraads modieus gedrag van dit kaliber. Die smalle banden waren hopeloos onpraktisch in gebruik (lees: afzakkingsgevaar en plastic bh-risico's) en  ondergoedachtige bovenstuks als deze refereerden in mijn leefwereld aan Boccacciodanseressen met Buffalo's in plaats van het vrolijke kleurenmeisje dat ik toen verpersoonlijkte. Het is nu pas dat ik de effectieve eenvoud van dit kledingstuk snap, de soft-erotische betekenis van een langs bh(-band)loze schouder neerdwarrelend lintje, het strelen van zijde langs huid, de koelte van zomerbries-onder-verfrissend-losse-stof. Tien jaar na de schoolse restricties is de jacht op de zijden spaghettitop officieel geopend. Om het zedig te houden kan ik overigens het voorbeeld najagen van de dame rechtsonder. Kan mijn bergsjaal nog eens dienen, in plaats van werkeloos duur te wezen aan de kapstok.