zondag 26 augustus 2012

Mon Petit Paris / version été.


Zomer in Parijs. Zo broeierig heet dat mijn gat continu aan mijn rokske plakte en ik met mijn ramen wagenwijd open (en dus met een straatconcert) slapen moest, maar o zo prachtig mooi. Ik had er last van een blaasontsteking en deed er noodgedwongen de steekproeven 'Franse toiletten' en 'Versgeperst vruchtensap op terrassen', ontdekte er hoe de space-vélo's van Vélib werkten (en negeerde van pure vreugde een verbodsbord waardoor ik prompt boete kreeg (maar policiers blijken slechts doetjes na wat stuntelige verontschuldigingen en een lief lachje)), dat de stad per fiets bijgevolg veel overzichtelijker is én dat verdwalen zo minder erg is dan het lijkt. Verder ondervond ik ook dat:

1/ Deyrolle (Rue du Bac 46) echt een fantastische winkel is, een minimuseum vol taxidermie en andere curiositeiten, waar je geen foto's maken mag (maar ik deed het stiekem toch) en waar je met een beetje geluk kunt zien hoe dooie insecten nu precies worden opgeprikt.
2/ Place des Vosges het mooiste plein/parkje van de stad is, maar dat alle reisgidsen dat per se hebben moeten vermelden. Het verrukkelijke vruchtengebak van Manon maakt de volkstoeloop draaglijker.
3/ Jardin du Luxembourg een minstens even goeie vervanger is, met het zicht op ploeterbaden, tennispleinen, schakende en kaartende oudjes en palmbomen vanuit de typische groene ligstoel.
4/ ik het minder erg vind om nagefloten te worden door Parijse bouwvakkers, en dan vooral diegene die de moeite doen mij te achtervolgen met hun busje en die aan het stoplicht hun ruit opendraaien om mijn jambes magnifiques op beleefde wijze te bejubelen. Oh, en dat ene kleine jongetje, nu al op (oudere) vrouwenjacht ('Madame, vous êtes charmante!') deed mij blozen van plezier. Goed opgevoed, die Fransozen.
5/ mijn favoriete winkel mij, ondanks de naam (Au Petit Bonheur de la Chance - Rue Saint-Paul 13), geen voorspoed bracht want altijd gesloten is, maar dankzij het windowshoppen nog steeds mijn favoriete winkel blijft.
6/ de Zara (of toch een van de honderd) daar veel leuker is, aangezien ik er al vanop straat de schoenen van mijn boodschappenlijstje vond.
7/ dit ook voor de plaatselijke COS geldt. Mohair! Angorawol! Van de lijst, jawel.
8/ het niet erg is om te staan grienen onder de Notre Dame wegens een vreugdebrengende sms, aangezien omstaanders dat doodgewoon wijten aan religieuze of architecturale ontroering.
9/ je die gelukzalige snottersessie op gepaste wijze kunt afsluiten met drie dikke bollen crème van Berthillon en een nog beter zicht op diezelfde Dame vanop de brug aan Ile St. Louis (met de stem van een repeterende operazangeres uit een der omringende ramen).
10/ de vier botanische serres in Jardin des Plantes des zomers amper uit te houden zijn van de hitte, maar wel goed om zien.
11/ je toch minstens een keer in je leven alles van de ontbijtkaart moet bestellen in Le Pain Quotidien omdat het decadente gevoel van die daad minstens zo goed smaakt als de croissants & co. in kwestie.
12/ La ville de l'amour een toeristische leugen is. Ook als lid van de Gebrokenhartenclub is Parijs een geweldige plek om te zijn, te liggen, te lopen, desnoods rond te huppelen. Dat ik nog zoveel meer heb gezien en geleerd, maar ook dat sommige dingen goedbewaarde geheimpjes zouden moeten blijven. En dat er nog zoveel meer te ontdekken valt. Want in welk seizoen dan ook: Paris, je t'aime!

maandag 20 augustus 2012

Second base.


streepjes - Petit Bateau

Onlangs begon ik aan een lijst met dingen die ik graag nog wil ervaren of onder de knie krijgen voor de man met de zeis me halen komt. Dat gaat van knopen in kersensteeltjes leggen met mijn tong, een taartengevecht houden en businesskaartjes hebben tot een boek uitgeven, het noorderlicht zien en Parijs op mijn duimpje kennen. Aan dat laatste is nog wat werk. Nu ik, tussen een zinderend vriendenweekend aan de oevers van de Semois en een theaterfestival door, een paar dagen vrijaf heb, is het uitgelezen moment daar voor nog een date met de Franse hoofdstad. Mijn vermomming en de reisgidsen liggen klaar in de koffer, net als het boek dat ik in Jardin des Plantes uitlezen wil. De plaatselijke taal heb ik even afgestoft met een vrolijke riedel en de schoenen die me destijds ellende bezorgden zijn ondertussen voldoende ingestapt voor een tweede ronde. Allez hoppa, on y va!

woensdag 15 augustus 2012

Coup de poudre.


Er is een tijd geweest dat ik de plaatselijke Zara als tweede thuis beschouwde. Meerdere keren per week ging ik er heen, na de les of een zeldzaam keertje ook terwijl die bezig was. Om te kijken of er al wat nieuws gearriveerd was. Om er voor de zoveelste keer de rekken af te gaan en met mijn hand alle stoffen te bepotelen. Om er zowat te kamperen in de pashokjes, met het maximum aan kledingstukken bij me. En als ik klaar was en er me nog zaken zinden, begon ik gewoon opnieuw. Ik kende er de winkeljuffrouwen ei zo na bij naam en de store manager ging na een tijd naar me knipogen. Al kon dat ook aan mijn rijke fantasie gelegen hebben. Heel zelden, wanneer ik op een onbewaakt moment een hoofdstuk had samengevat of flink had bijgeklust in het weekend, mocht ik van mezelf iets kiezen uit de selectie van de talrijke kijk-, voel- en passessies. Dan schoof ik fier als een jong pauwenvrouwtje mee aan in de rij aan de kassa. En liet de manager zijn ooglid extra hard voor me dichtklappen. Echt of verzonnen.

Tegenwoordig doet het klerenpaleis van weleer weinig meer dan teleurstellen. Ik kom er zelden en als het gebeurt is dat vluchtig, onzorgvuldig. De shopassistentes lijken elke keer weer opnieuw te zijn ingeruild voor nieuwe exemplaren en ik zou het teambaasje er slechts met veel moeite kunnen uitpikken. De oorzaak ligt voor de hand. Sinds ik op zoek ben naar minder en beter is de sprank uit de Spaanse modeketen verdwenen. De stoffen zijn vervaald en gaan al voor die eerste probeerbeurt pluizen en slobberen. De zoompjes zijn beschamend slecht vastgenaaid, de prijzen dientengevolge overroepen. Of het vroeger dan werkelijk beter was, weet ik niet precies. Het schijnt me enkel dat de Zara zich langzamerhand is gaan verlagen is tot de vicieus gecirkelde wanpraktijken die zowat elk verkoopstalletje uit de moderne winkelstraat bezigt: een tenenkrullend snelle en dus slechte imitatio van de catwalk, (en dus) kinderarbeid, (en dus) massaconsumptie. Toch doet een vlot promofilmpje voor de winter met Freja Beha Erichsen (de stoere Mowgli der modellen) die zaken allesbehalve vermoeden. Voor reclamecampagnes als deze wordt er blijkbaar wel graag veel cash neergeteld. Vooral als de Deense schone alle aandacht vlotjes afleidt van de zwarte gewaden die ze om het schriele lijfje heeft. Dat maakt dat ik voor een kwalitatieve check-up aan de winkeldeur zal moeten aankloppen. Hebben die dekselse toreadores dan toch weer slim bekeken. 

maandag 13 augustus 2012

Herbst im Herzen.

1. Zara (herfst '11)
2. Isabel Marant en 3.1 Phillip Lim
3. Maison Scotch (zomer '12) 

Het is een beetje een bizarre bekentenis, dit. De afgelopen dagen kon ik de gedachte aan mijn warme wollen jas slechts moeizaam uit dat (soms onvoorspelbare) hoofd van me verdrijven. Het was dus enkel en alleen daarom dat mijn hart een piepkleine sprong maakte toen het broeierige zomerweer deze avond werd ingeruild voor driftige plensbuien en een frisse bries. Ik had de onverklaarbare goesting gekregen mij te wentelen in een winterwaardige cocon, hoewel ik me de pleuris zweette en tenue, haar en ledematen continu aan de rest van mijn lichaam plakten. Bij de eerste regenspatten heb ik de verboden vrucht dan toch maar van stal gehaald, met konen die tegelijkertijd blijdschap en schaamte verrieden. Foto drie is wellicht het schrijnende resultaat van wintercollecties tijdens de zomer. Misschien moet ik maar eens vroeg naar bed met warme melk en honing, in de hoop morgen genezen te zijn van een wel zeer angstwekkende ziekte.

vrijdag 10 augustus 2012

The baby thang.

bron
De laatste tijd wordt er opmerkelijk veel gewaggeld, over uitstulpende buiken gewreven en gezeurd over broeken met elastieken banden in mijn dichte nabijheid. Dat het woord 'zomer' tegenwoordig op wenkbrauwgefrons wordt ontvangen, kan voor die vrouwen in kwestie een zeldzaam keertje een gelukstreffer genoemd worden. Sommigen verbouwen, ondanks hun gigantische volume, tot op het bittere eind huizen, sjouwen met bananendozen of al bestaande spruiten. Anderen blijven willens nillens aan sofa en beeldbuis gekluisterd en dromen in kruiswoordraadselvakjes. Het lijkt me sowieso niks, dat zwangeren in putje zomer, en van het woord 'bevalling' krijg ik (zonder imaginaire liters zweet, ventilators en paars aangelopen pershoofden (aka the summerversion)) vanzelf de meest wansmakelijke visualisaties voor ogen. Het kan zijn dat het weer maatschappelijk geoorloofd is om vroeg aan kinderen te beginnen. Of misschien was die twentysomething altijd al de standaard, en ben ik degene die mijn ouderwetse principes overboord moet gooien. Ofwel heb ik er nu pas oog voor gekregen en klopt het echt, dat van die klok en de biologie. 

Hoe het ook zij: mijn bewondering is doorgaans huizenhoog voor wie de stap waagt, maar het is iets wat ik voorlopig nog niet al te goed vatten kan. Dat mensen vrijwillig hun leven omgooien voor een nieuwbakken hoopje mens dat opgetrokken is uit weinig meer dan een huidplooirijk melkvel, een niet te stuiten strontkraan (met een werkelijk onverdraaglijke geur), speekselbellen en een tandenloze lach. Begrijp me niet verkeerd: ik hou best van kindertjes, maar dan altijd tijdelijk en vanop een behoorlijk afstandje. Babysitten is heel fijn, net omdat het eindig is. Ze zeggen misschien niet voor niets dat enkel eigen maaksels blijven boeien, en dat het dan vanzelf komt: die oeverloze liefde en genegenheid. In dat geval snap ik het best, dat zo'n zelf gefabriceerd, onbeschreven blaadje met analoge, ouderlijke eigenschappen (of in het slechtste geval: met een verdacht gelijkende oogopslag aan die van de vriend des huizes), de slapeloze nachten, die eindeloze serie van voeden en verschonen waard is. Met een beetje geluk en via de juiste hersenspoelingen gaat hij of zij na een tijd misschien wel eens grappig uit de hoek komen, vertederen of ontzettend intelligente dingen uitkramen. Wellicht gaat dat zelfbevestigend werken. Het internet staat namelijk vol met van die kijk eens wat ik ter wereld heb gebracht - plaatjes en de jongste generatie overheerst nu al het gros van alle profielfoto's. 't Lijkt allemaal heel mooi en zoetsapperig, dat opgroeien in beedverhaal, maar het stemt me steeds vaker tot nadenken of dat dan wel opvoedkundig verantwoord is: dat kinderlijke doen en laten zo uitvoerig etaleren. Of de kroost zich na enige tijd niet als ware vedetten gaat gedragen. En of dat, bij het ouder worden, geen familiale vetes zal opleveren. Al mag ik de preutse zeur eigenlijk niet uithangen, want stiekem geniet ik mee. Mijn favoriete internetbabies zijn ware snoepjes, hartveroverend zelfs. Bovendien huilen ze geluidloos en van enige strontgeur lijken ze nooit last te hebben. Ik betrapte mezelf overigens op innerlijk gejuich toen een van mijn favoriete babyblogsters (rockstar diaries) voor een tweede maal had geworpen (weerom een allerliefst dingetje, al heeft-ie zijn naam (Samson Rex) helaas niet mee). 

Voorlopig hou ik dat babygedoe nog eventjes in een schuifje van mijn achterhoofd (al weet ik sinds jaar en dag reeds hoe mijn toekomstige posse heten zal en wat voor kleertjes ze dan dragen zullen). Financieel, lichamelijk, relationeel en mentaal ben ik daar nog niet klaar voor, mijn vrijheid is me nog net iets te heilig en dat bevallen lijkt me -nogmaals- de allergrootste kwelling. Ik verdenk alle ervaringsdeskundigen ter wereld er bovendien van een geheime akte te hebben ondertekend waarin ze worden aangemoedigd verstokt te blijven beweren dat al die horrorfilmwaardige pijn en ongemakken verwaarloosbaar zijn. Edoch, aan al die zwangere vrouwen: respect, pers ze en voor een babysit: één adres.

dinsdag 7 augustus 2012

Summertime Sadness.

  

1/ Araks SS12 lookbook 2/ William Hurt en Kathleen Turner in Body Heat 3/ La Isla Mujeres, Mexico via 10.17 4/ mijn beachwear 5/ Arles, Provence via Jeanne Damas

Dag. Ik ben het. Gewoon, om een beetje te zeuren. Over het gras, dat altijd groener lijkt aan de overkant. Hoofden met steil haar verlangen naar krullen. En andersom. Wanneer de zon straalt, wordt het vaak te warm en ook bij regen zaniken de mensen. Vakantietijd vraagt om geweeklaag. Vooral als het dilemma 'werken aan de toekomst of aan een bruin vel' zich opdringt. Ik koos voor het eerste. En dat gaat niet goed samen met weg zijn van huis.Van reizen word ik namelijk lui, ledig en inspiratieloos. In plaats van rond te dollen in flinterdunne gewaden en de schuimkoppen van de zee mijn tenen te laten kussen, heb ik mezelf opgesloten in het echte leven, dicht bij huis, waar alles wat reilt en zeilt me de juiste impulsen geeft. Ik mep lastige vliegen dood en tracht de bloedingen bij het zien en horen van andermans reisverslagen te stelpen door mezelf blommekees en fruitmanden te kopen. Schaarse tripjes hou ik bewust kort, zuinig en dichtbij (de Oostkantons zijn het nieuwe Spanje) om alert te blijven en de grip op mijn zelfopgelegde taken niet te verliezen. Er ligt allerlei moois in 't verschiet waar eerst flink moet voor worden gewerkt, maar sociaal genetwerk (van die online platforms waar ik zogezegd van wegblijf, maar er ondertussen wel alles heb gezien) geven steeds weer impulsen me voor de volle twee weken in exotisch zand te begraven met een stapel boeken binnen handbereik. Daar waar het zo heet is dat enkel een bad met ijsblokken als in Body Heat soelaas brengt. Desalniettemin is het altijd beter te verlangen. Want wat is een mensenleven zonder het hartstochtelijke smachten? Ronduit niks. En toch zeur ik graag een potje, tegen beter weten in. Bedankt voor uw aandacht. Zomert u vooral vrolijk verder.