donderdag 28 februari 2013

Lend me your ear.


Dries Van Noten f/w 2013 - via Style.com

Lompe mannenschoenen, Pino- en Chewbaccavelletjes, dikke sokken in elegante strass sandaaltjes gepropt, jurken met brokaatprint (denk: de overgordijnen van de bomma) bóven een wollen broek, muisgrijs met knetterend fuchsia en dan nog een streepje Oosterse bloem. Een mix als deze leest als een fiasco, maar Driesje wist natuurlijk weer geweldig goed wat-ie deed, vertaalde een succesvol huwelijk van ongelijk gestemde zielen naar kledij en neigde zoals zo vaak naar grootsheid. Tussen al dat pluimgewapper door blonk er kristal: op de truitjes, in het gevederte, om de hals en - op het eerste gezicht leek het een zendertje waardoor aanmoedigingen in het neutraal kijken werden getierd - ook aan enkele oren bengelde er Swarovski. Volgens Peter Philips (de man van de schmink) was dit het alternatief voor de typische retrotouch. Van Notens man meets vrouw - silhouetten bleken namelijk gewoon aan Fred Astaire en Ginger Rogers te refereren. Ahja... Mij lijken die 'oorboeien' (cf. de haircuff) de nieuwe trend-in-wording. De omliggende zone goed proper frotten wordt het devies. 't Zal je maar gebeuren, dat een restje oorprut de sprankelpret bederft. 

zondag 17 februari 2013

Please do touch.


Backstage bij Theyskens' Theory f/w 2013 - via Self Service Magazine

Met de loep erop, dat schreeuwt om intimiteit. Om op de tast en aaiend te achterhalen waar dat hoge prijskaartje vandaan zou kunnen komen, om met de neus in de plooien van de stof te ontdekken waar luxe nu eigenlijk naar ruikt, waarin vakwerk verschilt van commercie. Van zo dichtbij, dat schenkt inzichten die mijlenver af liggen van kniehoge laarzen en sculpturale vormen. Wars van imago of catwalktrends. Om ten slotte ruimte te laten voor de essentie: kledij, puur en onversneden. 
Let's keep you closer, Olivier.

zaterdag 16 februari 2013

The Big Bangs.


Ik hou van haar. Daarom laat ik het groeien. En laat het dat nu net aan overdreven snelheid doen. De staat van perfectie gedijt bij wijze van spreken voorbij wanneer ik mezelf op een schaars moment goedkeurend spiegel. De grootste probleemzone van dit euvel: de froe. Mijn lokken zijn al wispelturig, met mijn pogingen tot het beteugelen van de voorste regionen begeef ik me op glad ijs. Dat springt daar alle kanten uit uitgezonderd de juiste, baant zich een weg die geen rechte is en laat zich allesbehalve temmen. Toch kan ik het niet laten de schaar erin te blijven zetten. Heb ik ze niet, dan wil ik ze. En heb ik ze, dan verfoei ik ze driekwart van de keren ik in de buurt van iets reflecterends kom. Zo ook laatst, bij de fotograaf. De pas moest worden vernieuwd en mijn voorraad foto's uit het hokje van het station bleek onvindbaar. Ik dacht: 'Makkie, gewoon mijn fotogezicht opzetten (denken aan iets ondeugends - de blik lichtjes naar beneden houden - oprecht lijken) en klaar.' Ging dat even mis. Ik zag onmiddellijk wat er niet klopte aan het beeldje dat ze me op haar camera aanwees. De pony deed niet mee. Ik vroeg, - ongemakkelijk, aangezien ik niet van zinnens was de narcistische diva uit te hangen - terwijl ik met een hoofdschuddende beweging de woestenij op mijn voorhoofd in keurig hangende draperieën poogde te krijgen: 'Dan nog maar een keertje? Die froufrou hè?!' Ze kon er gelukkig om lachen, zij het groen. Ik dan ook maar, zij het geforceerd en vol schuldgevoel. De tweede foto was nog erger dan de eerste. Beschaamd gaf ik uiteindelijk maar mijn toestemming tot printen. Waar maakte ik me eigenlijk ook druk over? Zo'n foto op een identiteitskaart stelt niets voor. En toch kan ik die vreemde vlaag van jaloezie nog steeds niet onderdrukken bij het zien van andermans perfecte snit. Caroline de Maigret par exemple, een van die vele Françaises die een dochter van Serge Gainsbourg had kunnen zijn en haar schoonheid misbruikt om te verdoezelen dat ze eigenlijk met niets speciaals bezig is, heeft een prachtexemplaar. Sinds ik in dit Vogue artikel ontdekte dat ze geeneens conditioner gebruikt, ben ik helemaal het noorden kwijt. De trut. Balsems, kappers en glossy trucjes ten spijt: ik blijf eigenwijs dapper verder strijden en rust niet alvorens mijn voorhoofddemonen tot makke sprietjes te hebben afgericht. Of toch minstens tot ik een froufrou weet te creëren die langer dan de gemiddelde drie dagen in de plooi blijft. 

donderdag 14 februari 2013

It's the look.



Verder dan een tuil bloemen weiger ik vandaag te gaan. 
Desalniettemin doen volgende zaken ongewild kloppen, knipperen, blozen:

- Verhalen achter de foto's. Zo eenvoudig kan een opzet zijn. Het magazine Romka beklemt en betovert. Zo ook de tragiek achter Christopher Sharpes oma in #7: 'According to herself, my grandma used to be thin and happy. I never believed her as she was always fat, bitter and made everyone around her miserable. I never saw her eat, so she must have been fat because of all the hatred and guilt she kept inside.' 
- De omgang met die van mij verloopt nog wat stijf, zoals dat gaat met nieuwe jassen. Ik wist niet dat de gewatteerde versie geliefd was, maar ach, het zij zo. Balanciaga's leer-met-vakjes door de lens van Vanessa Jackman
- Het idee geheimen te sorteren in een map is op zich al romantisch. Het Deense Hay geeft dat papieren gekonkelfoes een hedendaagse toets, maar opbergen en zo de openklappende bloemen het daglicht niet gunnen wordt onverantwoord. Un crime passionel, als het dan toch moet.
-  D'Orsay heten ze, en Jenni Kayne maakt ze in kleur en materiaal naar keuze. Als Proenza Schouler zonet nog schoenen met punten de catwalk opstuurde, weet u wat aan te schaffen om volgende herfst weer hip te zijn. Ik zag ze bij Garance en viel in katzwijm. Maar dat kan ook aan hun prijskaartje liggen. Of aan de luipaardversie.

zondag 3 februari 2013

Woord van de dag II.

Kurkeltje



Een van de meest onderschatte, maar intrigerende lichaamsdelen is het verbindingsstuk tussen neus en lippen. De goot die wel ontworpen lijkt om snot netjes richting cupidoboog te leiden, in de mond te laten belanden en zo eigenaar in kwestie aan te zetten tot het scharrelen naar zijn zakdoek. Het plekje waar ik al eens graag bedachtzaam over streel, dat verdwijnt bij het lachen en nu, wegens roodheid na een week gesnotter, bijna onopvallend overgaat in mijn bovenlip. Lang was ik in de waan dat dit partikel over het hoofd werd gezien bij de samenstelling van de anatomie en dus naamloos is gebleven. Niets is minder waar. Zo bleek eind vorig jaar, toen ik mijn liefde voor het kurkeltje op tafel gooide in een gesprek. Het kurkeltje? Ja, het kurkeltje. Het is het geweldige woord dat hij-die-graag-woorden-verzint ooit bedacht voor mijn nogal geprononceerde exemplaar. Eén van de aanwezigen die dag in december was een een dokter-in-spe. Zij drukte mijn overtuiging eindelijk de kop in door te stellen dat er vast en zeker een woord voor moest bestaan. Google gaf haar gelijk. Het 'filtrum' is de verticale sleuf in de bovenlip die embryonaal wordt gevormd wanneer het nasomediale (de vorming van de neusbeenderen) en het maxillarische proces elkaar ontmoeten. Als er wat misgaat bij dat proces kan een gekloofde lip ontstaan. Iets poëtischer: volgens de Joodse Talmoed zou een engel de baby, net voor die het licht aan het einde van het geboortekanaal ziet, tussen bovenlip en neus aanraken, waardoor die alle wijsheid die hij iets tevoren van de engel leerde, op slag vergeet. Vandaar misschien al die bleiterij bij de geboorte. De oude Grieken hadden dan weer het idee dat dit een erogene zone was (filtrum is afkomstig van het Griekse 'philtron', wat liefdesdrank betekent). Lees dit als een oproep tot meer aandacht voor dat ongerepte stukje lichaam. Kus het, koester het, maar bovenal: benoem het. Of dat nu met het woord filtrum, neusnaad, snotgeul, kurkeltje of sleuf is. Wedden dat uw liefdesleven een subtiel erotische boost krijgt? 't Is maar een tip...

Lees ook: Woord van de dag I.